Een bijzondere avond (door Ingrid S.)
Mijn dienst begint en de familie is al enkele dagen aan het waken. Ze zitten samen in de huiskamer te dineren en er is even niemand bij vader.
We praten over hoe het tot nu toe gaat en we weten dat het elk moment kan gebeuren. Ik laat de familie rustig verder eten en ga naar het kantoor.
Ineens staat er een collega vrijwilliger buiten. Hij zegt door het open raam: “Ik zag dat je alleen dienst hebt dus ik dacht ik kom even kijken of je hulp nodig hebt”. Ik ben blij verrast en laat hem binnen.
De coördinator van dienst is er ook nog en samen drinken we gezellig een kop koffie.
Op dat moment zie ik de zoon de kamer van vader in rennen. Enkele momenten later staat hij in het kantoor. Hij kijkt ons aan en we begrijpen wat hij wil zeggen.
We lopen mee en zien wat hij ziet.
Het is donker buiten en de bezoekende vrijwilliger gaat weer naar huis; nog geen half uur later staat er weer een vrijwilliger voor de deur. “even bijpraten” was zijn plan.
Van bijpraten komt niet veel, gelukkig helpt hij ons bij het klaarmaken van de uitgeleide. Een mooi en passend gedicht is gevonden en op het juiste moment betreden we de kamer van vader.
De coördinator spreekt mooie en vooral passende woorden waarna het gedicht wordt voorgelezen door een vrijwilliger.
Op dat moment voel ik dat ik deel mag uitmaken van een zeer intiem moment met de familie en naasten en hoop ik dat deze aanwezigheid enige troost mag bieden.
Wij verlaten de kamer en gaan de slag.
Later verlaat de familie met vader het hospice. Wij hebben met waxinelichtjes…veel waxinelichtjes een ere haag gemaakt van het hospice tot aan de parkeerplaats.
En zo begeleidt de familie vader langs het licht van de vele kaarsjes.
Het verdriet kunnen we niet wegnemen; wel hebben we kunnen bijdragen aan een bijzonder moment dat al snel een herinnering is geworden.